ETOPOSIDELaatste bijwerking : 2019.07.20 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
neen II | check II | neen II | neen II | neen II | neen II | |
geen info | geen info | geen info |
De codes worden geïnspireerd door te weinig gegevens en ongunstige ontwikkelingen tijdens de rest van de zwangerschap.
Voor borstvoeding wordt rekening gehouden met het voorhanden zijn van alternatieven.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP : Gezien het mutageen vermogen van etoposide, moeten vrouwen een doeltreffende anticonceptiemethode gebruiken tijdens de behandeling en gedurende tot 6 maanden na het einde van de behandeling [SKP Celltop 06 2014].
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van etoposide bij zwangere vrouwen [SKP Celltop 02 2018]. Algemeen beschouwd kan etoposide schade berokkenen aan de foetus wanneer het wordt toegediend aan zwangere vrouwen [SKP Celltop 02 2018].Op een totaal van 45 zwangerschappen was er in 4 gevallen blootstelling aan etoposide gedurende het eerste trimester. Geen enkele anomalie werd gerapporteerd (0/4) [NTP].
Dierexperimenteel:Etoposide is teratogeen gebleken bij muizen en ratten [SKP Celltop 02 2018].
Tweede trimester:Op een totaal van 45 zwangerschappen was er in 39 gevallen blootstelling aan etoposide gedurende het tweede en/of derde trimester. Twee ernstige afwijkingen werden gerapporteerd (5%, 2/39). Bij de meeste kinderen die in utero werden blootgesteld werd groeivertraging vastgesteld (24%, 10/42). 9 onder hen werden gedurende het tweede en/of derde trimester blootgesteld [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke gegevens beschikbaar. Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Over 28 kinderen (leeftijd van 2 maanden tot 15 jaar) zijn evaluaties beschikbaar. Alle kinderen groeiden normaal op, buiten 4 kinderen 1 kind met genetisch gehoorverlies en met een spontane mutatie van neurofibromatose, 1 kind van 1 jaar oud met motorische en taalachterstand, 1 kind van 14 maanden oud met motorische achterstand (volgens de auteur te wijten aan premature geboorte) en 1 kind van 1 jaar oud met matig gehoorverlies maar met een normale ontwikkeling van het zenuwstelsel [NTP].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L5
Etoposide gaat zwak over in de moedermelk waaruit het binnen de 24 uren terug verdwijnt [Briggs].
Passage in de moedermelk werd gerapporteerd bij één patiënte. Gedurende één week werden melkstalen om de 3 tot 4 uur genomen na de 3de dosis etoposide (80 mg/m²) van een 3de kuur. De spiegels in moedermelk varieerden van 580 tot 800 ng/ml onmiddellijk na de toediening. Etoposide was niet meer detecteerbaar 24 uur na de behandeling [NTP 2013].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Anticonceptie bij de man aangeraden tijdens de behandeling, evenals het invriezen van sperma voor het starten van de behandeling,
Anticonceptie bij de man aangeraden tijdens de behandeling, evenals het invriezen van sperma voor het starten van de behandeling,
Dierexperimenteel:De bij preklinisch onderzoek gebruikte soorten zijn historisch gezien gevoeliger in vergelijking met mensen voor cytotoxische middelen. Testisatrofie, arrest van de spermatogenese en groeiretardatie zijn gemeld bij ratten en muizen [SKP Celltop 02 2018].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Cytotoxische geneesmiddelen toegediend binnen de 10 dagen na conceptie geven een alles-of-niets effect. De organogenese start vanaf de 10de dag en is na 8 weken een feit. Toedienen van cytostatica in deze periode verhoogt de kans op misvormingen sterk. Wanneer één cytostaticum wordt toegediend wordt de kans op misvormingen op 7 tot 17% geschat. Deze kans verhoogt met 25% bij combinatietherapie. Vermijden van foliumzuur-antagonisten vermindert de kans op misvormingen met 6%.
Conclusie : chemotherapie is tegenaangewezen gedurende het eerste trimester [Dekrem et al. 2013].
Geen specifieke informatie beschikbaar.